Skip to content Skip to footer

Nieuwsbrief gratis download

Lees hier het gratis verhaal (uit het boek ‘Te gast bij mezelf’) en maak kennis met mijn schrijfstijl.

Gevecht in de wolken 

‘There’s a pale moon in the sky, the kind you make your wishes on… like the light in your eyes, the one I built my dreams upon. Oh, baby, don’t you know, I don’t really want to fight no more. This is time for letting go. I don’t really want to fight no more. This is time for letting go. Hanging on to the past, It only stands in our way’. 

De krachtige stem van Tina Turner klonk zachtjes als achtergrondmuziek uit de plafondspeakers in het vliegtuig. Het is een liedje dat op cruciale momenten in mijn leven steeds weer opduikt, alsof het me ergens aan wil herinneren. Zo ook vorig jaar zomer, op de terugweg van onze heerlijke vakantie in de Algarve. We hadden intens genoten, met z’n drietjes en van de Portugese gastvrijheid. Toch voelde ik me niet opgeladen. Mijn reserves waren op, de batterij van mijn lichaam leeg. De roestachtige smaak in mijn mond en het nare gevoel in mijn hoofd, herkende ik maar al te goed. De realisatie dat ik weer door mijn reserves heen was, deed pijn, alsof er een donderslag bij heldere hemel insloeg. 

Links van mij, bij het raam, zat onze zoon Maarten. Hij deelde z’n geheimpje met me dat hij een beetje kriebels in de buik had van opwinding. We gingen zo opstijgen en voor een dertienjarig kereltje, die later piloot wil worden, was dit zo’n beetje de ultieme beleving van de vakantie. Wat genoot ik van dit menneke die zo puur en onbevangen de wereld inkijkt. Hij praatte honderduit over wat hij dacht dat de piloot allemaal deed. Rechts van mij zat mijn man, een doorgewinterde zakelijke reiziger. Nonchalant keek hij nog een laatste keer door zijn mail voordat hij zijn telefoon uitzette. Ook ik heb al redelijk wat gevlogen in mijn leven, maar deze keer voelde ik me ongemakkelijk. Het werd steeds erger, ik kreeg het ineens ontzettend warm en voelde de zweetdruppeltjes op mijn bovenlip en op mijn voorhoofd opkomen. Ik voelde me niet goed, zo erg dat het me bijna naar de keel greep. Ik porde mijn man in zijn zij en zei hem dat ik me niet zo goed voelde, dat ik dacht dat ik een paniekaanval had. Verbaasd keek hij me aan en vroeg hoe dat in hemelsnaam kon. “Gewoon even ontspannen zitten en rustig doorademen”, zei hij. Ja duh, dacht ik, als ik dat kon, zou ik hier niet zo verkrampt zitten. 

De stewardess begon alle veiligheidsregels uit te leggen, iets wat ik al honderd keer had gehoord. Dit keer voelde het anders. Ik schrok zelfs van mijn eigen paniekgedachten. We zullen toch niet neerstorten? Wat moet ik dan doen? Redden we het dan met z’n drietjes? De pijn die ik voelde bij de gedachte dat we elkaar kwijt zouden raken, was bijna ondraaglijk. Het vliegtuig werd met een lichte schok losgekoppeld en we taxieden de startbaan op. Zoonlief zat vol concentratie te kijken naar wat er allemaal buiten gebeurde en ik kon zijn opwinding voelen. Het vliegtuig begon snelheid te maken en de ogen van mijn zoon begonnen te sprankelen. “Daar gaan we! Voel je hoe we in onze stoel worden gedrukt?”, klonk het enthousiast. Eén, twee en ja, we waren los van de grond! Mijn ogen werden vochtig en ik merkte dat ik verdrietig werd. Ik wilde niet terug naar huis! Ik wilde hier in de lucht blijven zweven, met z’n drietjes. Het vooruitzicht van wat er bij terugkomst aan werk allemaal op me wachtte, draaide mijn maag om. Was het nog maar twee weken geleden, dacht ik, en meteen tetterde Madame Critique hard in mijn oor: “Ja, dat zou iedereen wel willen, domoor!” Nog voordat ik mezelf in die gedachtegang kon verliezen, sprak Madame Critique me streng toe. Ik beet op mijn lip om niet heel hard te gaan huilen. Hoe was ik hier nu weer beland? Het voelde alsof ik terug was bij af. Intussen bleef Tina Turner verder zingen, in mijn hoofd dan wel te verstaan. Ik probeerde me te herinneren op welke momenten ik dit liedje eerder had gehoord. 

Plotseling bevond ik me op de achterbank van de auto van mijn ouders, onderweg naar de Jura in Frankrijk en naar het familiehotel waar ik eerder een zomerlang werkte in. Mijn ouders hadden voorgesteld dat ik met ze meeging op vakantie, dan konden we gelijk even langsgaan bij ‘mijn’ hotel in Bonlieu. Ik had zo´n druk jaar achter de rug en ik genoot van het veilige gevoel daar op die achterbank bij mijn ouders, wat in scherp contrast stond met het vluchtige en dynamische hotelleven dat ik leidde in Brussel. Ook toen zat ik moe en uitgeput in de auto, en was opgelucht dat ik even kon ontsnappen aan de wereld waarin ik me bevond. 

Kon ik maar weer even ontsnappen, maar ik vloog terug naar mijn wereld. In mijn hoofd zag ik de gezichten van mijn opdrachtgevers, en het benauwde gevoel bleef. In mijn gedachten doemde mijn werkschema op, elk gekleurd vakje van het Excel-bestand leek op te lichten. Oh god, dacht ik, ik moet straks weer. Ik kan het niet, ik wil het niet. Ik ben nog niet goed uitgerust. Doe ik het wel goed? Ik wil dit helemaal niet! Plotseling drong de boodschap van het passende refrein van het liedje van Tina Turner tot me door: vechten, altijd maar vechten. Hoe vaak had ik mezelf al uitgeput? Nog voordat ik kon tellen, sprak Madame Critique me streng toe. “Je hebt het weer laten gebeuren, Annemiek. You did it again! Well done! Je hebt er weer niets van geleerd.” Alle mooie herinneringen vervaagden, de vakantie leek ineens heel ver weg, en ik begon te huilen. Mijn man keek verschrikt en zag dat het menens was en probeerde me te troosten. “Waarom houd ik het nou nooit vol?”, jammerde ik. “Wat doe ik nou verkeerd?” Ik wilde zo graag alles goed doen, maar elke keer brak me het op. Ik WILDE dit niet meer. Ik KON het niet meer. Snel draaide ik mijn hoofd naar mijn man zodat mijn zoontje niet zag dat ik huilde. Ik wilde zijn droom niet verstoren. “Waarom kan ik nu niet werken zoals jij dat doet?”, vroeg ik verdrietig aan mijn man. Zijn antwoord was, zoals altijd, nuchter en raak: “omdat je het altijd té goed wilt doen. Als je daar nou eens mee stopt.” Maar hoe dan?! Angstig keek ik naar hem op, en liefdevol veegde hij de inmiddels uitgelopen mascara van mijn wangen. ”Rustig maar”, zei hij. “Het komt goed. Stop met vechten en begin met accepteren”.